Soap


Handwas


Grootschalige productie van kleding is één ding, het allemaal schoonhouden is wat anders. De kledingindustrie speelt een hoofdrol in de economische geschiedenis van Mumbai. De productie van textiel kreeg een enorme steun in de rug door de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) die de levering van katoen aan Europa verstoorde. Groot Brittannië was als kolonisator van India de verbinding tussen Europa en India's opkomende katoenindustrie. Sindsdien heeft de textielindustrie de ontwikkeling van Mumbai gedomineerd. Veel van de oude weverijen zijn ondertussen gesloten, maar de naaiateliers zijn nog steeds overal in de stad aanwezig. Een vertrouwd geluid in de straten van Dharavi is dat van de naaimachines. Een onophoudelijk ‘rrrrrrt… rrrrrrt… rrrrrrrrrrrt’, is het onzichtbare uithangbord van de ontelbare ateliers.


(klik op de foto voor vergroting)

Een bekend gezicht in Mumbai is de Dhobi Ghat, de openlucht wasserij. Grote wasserijen zijn te vinden bij het spoorwegstation van Mahalaxmi. Zo’n 200 Dhobis (wassers) wassen hier kleding uit de hele buurt. De kleren worden te drogen gehangen aan lange waslijnen. De schaal van deze bedrijfstak is zo groot dat je het van veraf kunt zien. Er komen zelfs buitenlandse toeristen op af, tot verbazing van de lokale bevolking die zich afvraagt wat er toch zo boeiend is aan doodgewoon wasgoed.




Om te kunnen wassen heb je water nodig. De oever van een rivier is een goede plek voor een Dhobi Ghat, net als sommige vijvers. Het is belangrijk dat het water stroomt want stilstaand water raakt natuurlijk snel vervuild. Zogeheten trapbronnen, getrapte vijvers en open bassins, zijn een belangrijk onderdeel van de waterinfrastructuur in India. Het ‘getrapte’ verwijst hier naar de oevers die met hun stenen trappen de toegang tot het water vergemakkelijken. Getrapte vijvers en bassins bevinden zich meestal bij tempels en spelen een rol in cultuur en religie. Ze symboliseren de Ganges. Baden in zulk water is als baden in de heilige rivier. Met de komst van leidingwater zijn veel bassins in onbruik geraakt en verdwenen onder nieuwe ontwikkelingen in de stad. Van alle bassins in Mumbai die gebouwd zijn in de 18de en 19de eeuw, zijn er nog maar twee over, het Bandra- en het Banganga-bassin.*



In Dharavi is een bassinachtige Dhobi Ghat te vinden naast de Sion-voetbrug over de Central Railway spoorlijn. Je kunt hem niet missen want het geluid van de Dhobis getuigt van de intensiteit van dit werk, zoals het geluid van professionele tennissers. Dit is de plek voor het grotere werk. Geen zakdoeken of servetjes, maar zware dekens en tapijten worden hier gewassen. Doorweekt met water worden ze op grote stenen geslagen. Het is loodzwaar werk.









Eenmaal schoon wordt het wasgoed te drogen gelegd op de ballast langs het spoor. Het is het enige stukje open ruimte in de buurt en door zijn smalle vorm heel geschikt om stukken wasgoed neer te leggen. De zon kan er ongehinderd op staan branden en de langskomende treinen zorgen voor regelmatige windvlagen. Stenen om alles op z’n plek te houden liggen er letterlijk voor het oprapen.

Eigenlijk is het perfect.


*= Neville, Matthew, ‘Banganga. Enduring Tank, Regenerative Tissue’. In: Shannon, Kelly and Gosseye, Janina (eds.), Reclaiming (the urbanism of) Mumbai, Amsterdam, SUN Uitgevers, 2009, p 112.

Overvloed


Van belt naar bron

Het begrip afval berust mogelijk op een misverstand. In Dharavi wordt vrijwel alles hergebruikt en de bijdrage van de kringloopsector aan de economie is zo groot dat woorden als restant en overschot een andere betekenis krijgen. De kringloopsector voorziet in drie behoeften. Allereerst de verwerking van afval, ten tweede de levering van grondstoffen en ten derde een hoop werk en daarmee inkomen voor heel veel mensen.



De kern van goed hergebruiken ligt in het scheiden van materialen. Naarmate materialen meer gemengd raken, zijn ze minder geschikt voor hergebruik. Het werk in de kringloopsector bestaat daarom voornamelijk uit sorteren en verzamelen. Vooral het sorteren is arbeidsintensief. De beste manier is sorteren aan de bron. Zodra bijvoorbeeld de markt gesloten is, wordt het afval gesorteerd naar groente en fruit en verpakkingsmateriaal.




Het biologische afval kan worden geserveerd als veevoer.



Vuilnis wordt zoveel mogelijk verzameld op vaste plekken. Vaak een stukje grond met drie muren eromheen. Bij vuilcontainers halen vogels en honden het eetbare spul er tussenuit. Textielrestanten uit de kledingindustrie worden verbrand in de ovens van de pottenbakkers.



Deze verzamelplek is tijdelijk buiten gebruik. Er is net een betonvloer in gemaakt. De geiten staan te wachten tot hun vertrouwde plek weer wat te eten biedt. Afdrukken van poten in het verse beton verraden het ongeduld.



Sorteren kost veel tijd. Terwijl de truck van de metaalhandelaar in de file staat, wordt in de laadbak alvast het koperdraad uit elektromotoren gepeuterd. In het noordwesten van Dharavi is een hele wijk die zich vrijwel alleen met recycling bezighoudt. Thirteenth Compound, de dertiende wijk. Een naam met een poëtische kwaliteit. Twaalf is het getal van heelheid, volledigheid. Met twaalf worden veel cycli compleet. En dat terwijl deze dertiende kant van onze wereld de kringloop pas echt sluitend maakt.



Deze wijk is herkenbaar aan de grote hoeveelheid spullen die op de daken wordt verzameld. Terwijl in de rest van Dharavi de daken vooral dienen als beschutting tegen de zon en de moessonregens, worden de daken in Thirteenth Compound gebruikt voor opslag van lichte goederen. Vooral plastic. Het weegt vrijwel niks en heeft een groot volume. Het dak is de ideale plek voor opslag in zo’n dichtbebouwd gebied.



De metaalhandelaar haalt zijn waren van de wagen. Metalen laten zich gemakkelijk sorteren omdat eigenschappen sterk verschillen. Koper heeft een afwijkende kleur. Aluminium is erg licht van gewicht. IJzer is magnetisch terwijl andere metalen dat niet zijn.


Roestige golfplaat, zo niet voor daken, is bruikbaar als gevelbekleding.



Blikken voor voedingsmiddelen kunnen verkocht worden nadat ze zijn schoongemaakt. Afhankelijk van de conditie vindt zo’n blik zijn weg opnieuw naar de fabriek (puntgaaf), naar een producent van iets vloeibaars (gebruikt) of naar een handelaar in brandstof en olie (wat roestig).





Alle verpakkingsmaterialen zoals kunststof vaten en jerrycans kunnen verhandeld worden. Voor kartonnen dozen geldt hetzelfde. Is de doos puntgaaf, dan wordt die terugverkocht aan de fabriek. De naam van de fabrikant staat er immers al op. De dozen in mindere conditie worden verkocht aan transporteurs voor wie de naamsvermelding niet van belang is. Verhuisbedrijven bijvoorbeeld. Alleen dozen die echt versleten zijn gaan als grondstof naar de papierfabriek.





Te midden van de stoffige daken van Dharavi is Thirteenth Compound een oase van kleuren.

Tailor Made

Op Maat Gemaakt

Dharavi is niet alleen de bestemming van plattelandsbewoners die proberen een beter bestaan op te bouwen door naar de grote stad te trekken. Het zijn juist ook bewoners uit Mumbai die er hun toevlucht zoeken nadat ze hun huis uitgezet zijn in het kader van herontwikkeling. Sloppenwijken dichter bij het centrum van Mumbai worden gesloopt om plaats te maken voor hoogbouw. Een deel van de oorspronkelijke bewoners vindt onderdak in de nieuwbouw. Anderen kunnen niet in de hoogbouw gaan wonen omdat hun werk dat niet toelaat. Veel ondernemers hebben een zaak aan de straat nodig. Verkoop werkt immers alleen op de begane grond.


Foto 1. De winkel van de kleermaker is minder dan twee meter breed en iets meer dan een meter diep.

De vraag naar winkelruimte in Dharavi is enorm en een winkel van een meter diep is daarom al de moeite waard. Vaak begint het met verkoop op een kleedje op straat tegen een blinde muur in een steeg. Een stalletje is een stap vooruit en een gebouwde winkel is een logisch vervolg.


Foto 2.Links de kleermakerswinkel, rechts beginnende straatverkopers.



Boven de kleine winkel is ruimte gemaakt voor een kamer. Door deze wat naar buiten te laten steken is er binnen meer ruimte en is er beneden beschutting tegen zon en regen. De toonbank van de winkel kan naar buiten geschoven worden, wat weer ruimte in de winkel oplevert. De bedrijfsvoering is perfect afgestemd op de afmetingen van de winkel. Er wordt geen voorraad gehouden en ook de productie vindt ergens anders plaats.



In de winkel worden bestellingen van klanten opgenomen en uitgeleverd. In het bestellingenboek worden afspraken over het ontwerp opgeschreven. Alle maten van de klanten staan er in en met kleine staaltjes van de stoffen worden keuzes vastgelegd. Als een klant haar bestelling komt afhalen loopt iemand naar het naaiatelier om het gevraagde op te halen.



In het atelier boven de winkel wordt kleding gemaakt. De afstand tussen productie en verkoop is dus erg kort en heel efficiënt. De steeg ligt aan een drukke straat, wat goed is voor de klandizie.



De winkel en het naaiatelier zijn tegen een blinde muur gebouwd. En die muur is onderdeel van een groter huis dat nog stamt uit de tijd dat het hier een gewoon vissersdorp was. Dit verhaal van aanbouwen en opbouwen is typisch voor de architectuur van een sloppenwijk. Het krachtenspel van de samenleving is er mooi zichtbaar. De eigenaar van het huis kon (of moest) er mee instemmen dat er naast zijn huis handel wordt gedreven. De breedte van de oorspronkelijke straat liet een stalletje van slechts een meter diep toe. Dat werd verbeterd tot een gebouwde winkel. Daarbovenop kwam een atelier dat een beetje uit kon steken. En zo vond een ondernemer onderdak voor zijn zaak.



Het verhaal van deze winkel is het verhaal van de meeste ondernemers in een sloppenwijk. Dit verhaal is ook het verhaal achter de veel te smalle steegjes in een sloppenwijk. Want stel je maar eens voor dat de kleermakerswinkel en zijn atelier hier niet zouden zijn. Dan stonden we in een heel gewoon straatje in een heel gewoon dorp.