Op het Randje

Er zijn Grenzen

Contrast maakt dingen zichtbaar. Contrast doet zich vooral voor aan de begrenzing van een voorwerp, een huis of een buurt. Juist aan de randen van een slum wordt goed zichtbaar wat bijzonder is ten opzichte van het omliggende gebied.

In de informele samenleving van de slumbewoners is elk gebouw een opeenstapeling van verbeteringen. Vanwege het risico van vernietiging worden investeringen tot een minimum beperkt. Investeringen die pas op lange termijn worden terugverdiend zijn onmogelijk. De kracht van formeel eigendom ligt in de factor tijd. Door de zekerheid dat langere tijd beschikbaar is om de gemaakte ontwikkelingskosten terug te verdienen, is het mogelijk die kosten te spreiden. Bij sloop van een gebouw om plaats te maken voor nieuwbouw, moeten de restwaarde, het potentiële rendement en de sloopkosten worden afgeschreven. Deze kosten kunnen uit het toekomstig rendement worden opgebracht. Iets slopen is in de informele economie een onaantrekkelijke optie. Spreiding van de kosten over toekomstig rendement is immers niet mogelijk. Door het ontbreken van formeel eigendom is er geen garantie over de factor tijd. Dat een gebouw wordt vervangen door iets beters komt veel minder voor dan het aanpassen van een gebouw aan de veranderde wensen. Daarom zien huizen er duidelijk uit als stapelingen van verbeteringen en uitbreidingen.


Foto 1. Slum als stapeling van verbeteringen. Daarachter een verbetering van stapelingen.

De formele sector van de samenleving heeft de mogelijkheid om vermogen te laten accumuleren. Mensen brengen hun geld naar de bank, ontvangen er rente voor en hebben de garantie dat zij aanspraak kunnen maken op hun vermogen. De bank kan investeerders en ontwikkelaars kredieten verschaffen waarmee bijvoorbeeld vastgoed ontwikkeld kan worden. Zoals hoogbouwwoningen die alleen met geaccumuleerd vermogen kunnen worden gerealiseerd en die alleen op lange termijn winst opleveren. De informele sector mist het mechanisme om vermogen te accumuleren.

De ontmoeting van deze twee werelden, de formele en de informele, kan heel scherp zijn maar ook heel diffuus. Scherp in het uiterlijk van gebouwen. Diffuus in het gebruik van ruimte. Eigenaars weten zich beschermd door de formaliteit, slumbewoners zijn informeel en lopen het risico op vernietiging van hun onderkomen. Informeel en formeel staan in de slum tegen elkaar aangebouwd of worden zelfs gestapeld. Een illegaal winkeltje wordt tegen een huis uit de formele sector aan gebouwd met instemming van de formele eigenaar. Een eigenaar verhuurd zijn dak aan een illegale migrant. Een migrantengezin is ondertussen via de wet gelegaliseerd maar hun huis staat op een illegale plek. Srinanda Sen en Jane Hobson merken op dat, "in een resolutie goedgekeurd door de regering van Maharashtra, bewoners van sloppenwijken die al vóór 1995 in de stad woonden zijn erkend als legitieme inwoners die bij ontruiming recht hebben op herhuisvesting. Dit leidt tot de paradox dat de mensen gelegaliseerd zijn, maar de sloppenwijk waar zij wonen niet en dat zij daardoor niet in aanmerking komen voor voorzieningen".1


Foto 2. Bewoning neemt kruipend bezit van spoorweggrond.

Spoorwegmaatschappijen zijn grondbezitters en de strijd om ruimte in de stad zal zich ook altijd langs de spoorwegen voordoen. Niet alleen de grond waarop de sporen liggen behoort tot het bezit van de spoorwegmaatschappij. Meestal is een strook land aan weerszijden van het spoor ook in bezit, om toekomstige verplaatsingen of verdubbelingen van het spoor mogelijk te maken. Als dan de druk om huizen te bouwen erg hoog is, valt het oog natuurlijk ook op dat lege gereserveerde land langs de spoorlijn. Het grondbezit van de spoorwegen is dus een lucratieve zaak. In veel landen wordt deze gereserveerde grond tijdelijk verpacht of zelfs bebouwd door de spoorwegmaatschappij zelf. De opbrengsten zijn aanzienlijk. De verhuur van grond en gebouwen maakt van menig spoorwegmaatschappij een belangrijke partij op de vastgoedmarkt.


Foto 3. Grond van de spoorwegen in gebruik als kruidentuin.

Dat het grondeigendom van de spoorwegen goed formeel is vastgelegd spreekt voor zich. Een staatsbedrijf met wettelijk vastgesteld eigendom loopt in de formele samenleving weinig risico op een succesvolle grondroof. Maar als dat eigendom belaagd wordt door de informele samenleving wordt het lastiger. De niet-geregistreerden, informelen, sublegalen, extralegalen en illegalen zijn onzichtbaar voor de administratie van de formelen en daardoor lastig te bevechten. Ze kunnen immers niet aangeklaagd worden of aangeschreven worden met een ontruimingsbevel. Slechts het gebruik van geweld zou helpen maar daar maken machthebbers zich doorgaans niet populair mee.

Naast het voordeel van de onzichtbaarheid dat de illegale bouwers genieten, zijn de spoorwegen ook op een fysiek punt in het nadeel. Hun territorium is smal en langgerekt, wat de grenzen van hun gebied bovengemiddeld lang maakt. Deze lange landsgrenzen zijn moeilijk te verdedigen. Als de spoorwegen illegale bouwsels op hun terrein ontruimen, staan er binnen korte tijd weer nieuwe exemplaren. De illegaal gebouwde onderkomens zijn erg eenvoudig en daardoor snel op te bouwen. Het herbouwtempo kan enorm zijn. Een onderkomen dat ’s middags is vernietigd kan er de volgende ochtend al weer staan. In Turkije worden zulke woningen daarom Geçekondus (“Nachtbouw”) genoemd. De cyclus van dagelijkse ontruiming en wederopbouw kan maanden achter elkaar door blijven gaan. De aanhouder wint maar de overwinning heeft een beperkte houdbaarheid. Dit kat en muisspel maakt het bestaan in de landstroken langs het spoor altijd onzeker. Er blijft een verhoogd risico op vernietiging en dat houdt de bebouwing klein.



Foto 4. Hoe dichter bij het spoor (voorgrond), des te geïmproviseerder is de bebouwing.

There is safety in numbers wil zeggen dat de kans om slachtoffer van iets te worden kleiner is naarmate de groep groter wordt. In een zwerm zullen de vogels in het hart van de zwerm de minste kans lopen gepakt te worden door een roofvogel. Het is dus zaak in de zwerm te blijven vliegen en dan bij voorkeur niet aan de rand. Dit instinct verklaart ook het ogenschijnlijke gedrag van een zwerm als één lichaam. Als elk individu de zwerm opzoekt en bedreigingen van buitenaf ontwijkt door naar het hart van de zwerm te vliegen ontstaan de typische vormen en bewegingen van de zwerm. Een school vissen beweegt zich volgens dezelfde wetmatigheid. Nu kunnen woningen in een slum natuurlijk niet zwermen maar het verklaart wel waarom woningen aan de randen van de slum vaak kleiner zijn dan in het midden. Het risico op vernietiging is aan de randen namelijk groter. Zoals te zien is bij het bouwen langs de spoorwegen is het schenden van formeel eigendomsrecht een risicoverhogende factor. De woningen aan de rand van een slum zijn simpelweg eenvoudiger te bereiken voor bulldozers. In het hart van de slum is het risico op vernietiging kleiner en is de bereidheid tot investeren groter.



Foto 5. Een muur als heldere demarcatie van spoorweggrond en sloppenwijk. Zekerheid voor beide partijen.

Een muur tussen het formele eigendom van de spoorwegen en de slum verkleint ook het risico op vernietiging. Het is minder aantrekkelijk om achter een muur buiten de woonwijk te moeten wonen en de andersom is de kans klein dat bulldozers via het spoorterrein naar de slum komen. De huizen langs deze grens zijn daarom van redelijke kwaliteit, investeren is minder risicovol, de kans op vernietiging is blijkbaar klein. De muur schept een ideale dumplocatie, waardoor de straat in de slum gemakkelijk is schoon te houden.



Foto 6. Water biedt bescherming tegen mogelijke invasies.

Een gracht is altijd al een uitstekende verdediging geweest en daarom is bouwen langs deze rivier een redelijk veilige investering. De wijk links van deze rivier is Thirteenth Compound, het gebied waar de kringloopindustrie is gevestigd. Daken worden als opslagruimte gebruikt voor handelswaar. De huizen links op de foto hebben uitzonderlijke gevels. Begane grond en verdieping lijken als één project te zijn gebouwd waarbij de gevel in één vlak over twee bouwlagen doorloopt. Dat is uitzonderlijk omdat het een behoorlijke investering vergt. De meeste huizen in Dharavi zijn een stapeling van achtereenvolgende investeringen met aanzienlijke tussenpozen. De gevels van de verschillende fasen vertonen dan grote verschillen en vormen zelden een doorgaand vlak.

De rivier mondt uit in Mahim Creek, een zeearm van de Indische Oceaan. Veel rioleringen lozen in deze rivier en een hoop zwerfvuil belandt erin. In de praktijk is de rivier een groot open riool. De vervuiling is zo erg dat de vissers uit Koliwada, het oorspronkelijke vissersdorp in Dharavi, geen vis meer kunnen vangen in Mahim Creek. Als er een directe rioleringsbuis van Dharavi naar de oceaan zou worden gelegd zou dat een enorme verbetering zijn voor het milieu en de visstand.



Foto 7. Aanzicht van bebouwing op een kademuur. Bouwtechniek is zichtbaar alsof het een doorsnede gemaakt met een CT-scan betreft.

De kademuur van de rivier is een scherpe begrenzing van het bebouwbare terrein. Zo scherp zelfs dat het aanzicht een abrupte doorsnede van de buurt lijkt. Omdat het aanbrengen van afwerkingen aan de waterkant vrijwel onmogelijk is, is aan die kant de gebruikte bouwtechniek duidelijk te zien. Diverse soorten stenen en bakstenen worden verwerkt tot een gemetselde muur. De gevels in het straatje zijn afgewerkt met pleisterwerk in verschillende kleuren. De toiletten die echt op de rand van de muur zijn gebouwd hebben een ideale afvoer. Bij stagnerende watervoorziening blijft de afvoer gewoon z’n werk doen.
Het leven aan de rand van de slum kent een verhoogd risico, zoals dieren in kuddes, zwermen en scholen dat ook beleven als zij zich aan de buitengrens van de groep bevinden. Alleen als de rand een fysieke barrière heeft zoals een muur of een gracht, neemt het risico op vernietiging weer af.

1. Shelter Associates, Pune India,
the Pune Slum Census project , Seventh International Seminar on GIS in developing countries, 15 - 18 May 2002, geraadpleegd 18 oktober 2009.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten