Straatvernauwing

Hoe smal kan een steeg zijn?

Ook een stad kan aan vaatvernauwing leiden. Vaak wordt in zulke termen gesproken als het verkeer zo toeneemt dat wegen verstopt raken. Men spreekt zelfs van een verkeersinfarct als een gebied niet meer te bereiken is door de files. In deze beeldspraak is het verkeer het bloed in de vaten (de straten) van de stad. Toch mankeert er iets aan deze vergelijking. Bloedvaten vernauwen door aderverkalking. Gaandeweg kan er steeds minder bloed doorheen. In het geval van het verkeersinfarct is de oorzaak natuurlijk niet een vernauwing van de straten maar een verhoging van de verkeersdruk.

In Dharavi voltrekt de verstopping zich wel volgens de beeldspraak van vaatvernauwing. We kunnen zelfs spreken van straatvernauwing. Straten en stegen worden steeds smaller. Een directe oorzaak is de bouw van piepkleine winkeltjes in stegen die nog niet smal genoeg zijn. Het verhaal over de kleermaker laat zien hoe dat gaat.



Foto 1. Steeg als restruimte tussen 'vrijstaande' huizen.

Toen Koliwada nog het gewone vissersdorp was, voordat het overstelpt werd met de nieuwe bewoners van wat nu Dharavi heet, hadden de straten een heel normale omvang. Breed genoeg om twee wagens elkaar te laten passeren. Huizen stonden zover van elkaar af als prettig en nodig was. Sommige kruisingen van straten waren ruim genoeg om een plein te vormen. Met het toenemen van de bevolkingsdruk nam ook de druk om open ruimte vol te bouwen toe. Pleintjes verdwenen. Straten werden stegen.


Foto 2. Veel stegen zijn zelfs smaller dan een normale deur. Foto 3. Schouderbreedte is genoeg.

Voetgangers kunnen elkaar nauwelijks passeren. Buik inhouden of wachten tot er geen tegenliggers zijn. Overzicht is moeilijk te krijgen in het netwerk van stegen en doorgangen. Een open ruimte is een belangrijke markering en veel routes door het doolhof zijn alleen te overzien door te onthouden welke ruimte via welke steeg met de volgende is verbonden. De narigheid is natuurlijk dat de verleiding heel groot is om een open ruimte ook weer vol te bouwen. Om toch nog een indruk te krijgen van de oorspronkelijke breedte van straten en pleintjes, helpt het om onderscheid te maken naar de leeftijd van gebouwen. Zo wordt zichtbaar wat er al was en wat er later is bijgebouwd. Het herkennen van die volgorde maakt een hoop inzichtelijk. Door een moment voor te stellen waarop een bepaald gebouw er nog niet stond is een indruk te krijgen van wat ooit de normale maten van de openbare ruimte waren. Op de volgende drie foto’s is het grote roze huis achterin datgene wat er al was.



Foto 4. Drie foto's van één gebouw. Met dit soort invullingen verdwijnen open ruimtes en blijft alleen een netwerk van stegen over.


Duidelijk zichtbaar is dat het grijzige huis op de voorgrond er later is bijgebouwd. Het is krap twee meter breed en misschien vier meter diep. Voor de voordeur hangt een blauw gordijn met rode en gele bloemen erop. De trap naar de kamer erboven loopt buitenom. Misschien is de bovenkamer wel een aparte woning. De gelakte houten deur met de blauwe omlijsting is de oorspronkelijke voordeur van het grote roze huis. De groene deur op de eerste verdieping is onderdeel van het grote roze huis. De trap is er dus voor zowel de bovenverdieping van het oude huis als voor de bovenkamer van het nieuwere huis. Nadenkend over de volgorde zou het wel eens zo kunnen zijn dat de trap er al was voordat het nieuwe huis werd gebouwd. De verdieping van het roze huis moest immers bereikbaar zijn. De verdieping van het roze huis is waarschijnlijk pas later op het huis gezet. Daarom staat de trap buiten, naast de voordeur. Je bouwt immers geen trap midden in je woonkamer en ook niet pal voor de voordeur. Enzovoort. Het is dus de factor tijd die de logica achter deze schijnbaar irrationele composities inzichtelijk maakt.

Om een beeld te krijgen van het oorspronkelijke ruimere straatbeeld, volstaat het om het laatstgebouwde huis van twee bij vier meter weg te denken. Ooit was dit een dorp met heel normale straten.

Een minder opvallende oorzaak van het vernauwen van de straten is het bouwen van een verdieping bovenop een bestaand huis. Trappen spelen daarbij de hoofdrol. De bovenverdieping moet immers bereikbaar zijn en daarvoor is een trap nodig. Het ontwerpen van een trap is een puzzel op zichzelf, zoals beschreven in het hoofdstuk Trapladder.



Foto 5. Uitgekiende trap, om de hoek van het benedenhuis gevouwen.


Foto 6. Het huis rechts is over de steeg uitgebreid. De kolommen en het overstek vormen een arcade.

Het dak is een handige plek om een huis uit te breiden. Het kost geen extra grond en de vloer is er al. Slechts vier muren en een dak zijn nodig en een trap om boven te komen. Voor de plaats van de trap zijn er twee mogelijkheden. Binnen in het bestaande huis of buiten. Aan een trap binnen kleven een paar bezwaren. Een trap neemt ruimte in terwijl de bedoeling was om extra ruimte te krijgen. Ook moet een trapgat gemaakt worden in het bestaande dak, wat allerlei extra constructies vergt. Met de komst van het trapgat gaat vloeroppervlak verloren op de bovenverdieping. Een trap binnen is dus duur en geeft een verlies aan ruimte. Een trap aan de buitenkant heeft die nadelen niet. Het bestaande huis blijft onaangeroerd. En een groot voordeel is de onafhankelijkheid van de nieuwe verdieping. Eventueel kan die verhuurd worden of zelfs verkocht omdat een eigen opgang beschikbaar is. Een trap buitenom is daarmee een heel verstandige keuze.
Daarom komt meestal met het toevoegen van de verdieping een trap naast het huis te staan.



Foto 7. Trappen halveren de verkeersruimte.
Foto 8. De steeg wordt gaandeweg een tunnel.

Die trap neemt natuurlijk nog steeds ruimte in maar bij deze oplossing gaat dat ten koste van de publieke ruimte en niet van de eigen ruimte. Het toenemend aantal trappen maakt de doorgang van de stegen steeds smaller. Het plaatsen van een trap is op sommige plaatsen vrijwel onmogelijk. En hoewel het er misschien soms wat rommelig uitziet, verdient de inventiviteit van de bouwers zeker waardering.



Foto 9. Van de ladder (linksvoor) is de onderste helft smaller, ten gunste van de verkeersruimte in de steeg.


Foto 10. Door slim gebruik van een bordes bovenaan blijft de doorgang op straat bruikbaar.


Foto 11. De hooggelegen begane grondvloer (gunstig bij wateroverlast) is gebruikt als aanzet voor de trap.



Foto 12. Twee richtingen van dezelfde steeg. De nette bestrating en overstekende verdiepingen maken van de ruimte een kamer op zich.

De extra verdieping op het huis wordt vaak uitkragend gebouwd. De nieuwe vloer steekt over de steeg heen. Dit biedt extra ruimte op de verdieping en creëert een soort plafond in de steeg. Naast de voordelen voor de steeg, zoals beschutting tegen zon en regen, kleven er nadelen aan voor de kwaliteit van de huizen. De huizen groeien immers naar boven toe steeds meer naar elkaar toe en dat is nadelig voor de toetreding van licht en lucht. Ook de privacy leidt er behoorlijk onder. Naast schoon drinkwater en goed sanitair is privacy een schaarsteartikel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten